Uit de praktijk
Graag geef ik een aantal voorbeelden van hoe ik werk. Zo krijg je een beter een beeld van wat ik doe tijdens de begeleiding. Natuurlijk kan ik hier niet alles beschrijven, want ik doe nog veel meer.
Ik heb toestemming gekregen om deze voorbeelden te gebruiken. Ik heb de namen en leeftijden iets veranderd, zodat de privacy beschermd blijft.
Voorspelbaarheid in ingewikkelde sociale situaties (Jason, 10 jaar)
“Het is elke keer een ramp! De vorige keer ook, ik moest de hele tijd ingrijpen. Jason was superdruk en hij speelde niet leuk samen. Ik mag toch wel verwachten dat een jongen van 10 dit zelf kan?!” De vader van Jason kijkt me met grote ogen aan. We hebben het over afgelopen woensdag, toen er een vriendje bij Jason kwam spelen. Jason zit erbij en voegt toe: “Het was helemaal niet leuk. Tim wilde de hele tijd naar huis en papa werd steeds boos.” Ik vraag Jason te vertellen hoe het spelen ging. Terwijl hij vertelt, leg ik hem uit hoe het kan dat Tim steeds naar huis wilde. “Oh, dus als ik alles steeds afpak, dan schrikt hij van mij.”
Ik stel voor dat we samen een stappenplan maken voor ‘samen spelen’. Daarop zetten we alle informatie die we van tevoren weten of alvast kunnen verzinnen: wie komt er spelen, wat gaan we doen, hoe lang gaan we dat doen, wat doen we daarna, hoe hard praten we, enzovoorts.
Twee weken later krijg ik een mail van de vader van Jason. “Het heeft gewerkt! Woensdag kwam er weer een vriendje spelen en we hebben van tevoren het stappenplan ingevuld. Ze hebben hartstikke leuk samengespeeld. Door dat stappenplan wist Jason precies wat ze zouden gaan doen en wat er van hem verwacht werd. Het was opvallend hoeveel rustiger hij was. Ik heb maar één keer hoeven ingrijpen, maar dat stelde eigenlijk niks voor, want ik hoefde alleen maar het stappenplan tevoorschijn te halen en toen wist hij het weer.”
Ongeschreven sociale regels helder maken (Harold, 12 jaar)
Als ik bij Harold aan tafel ga zitten, kijkt hij strak voor zich uit. “Het is niet eerlijk!” zegt hij op harde toon. Hij balt zijn vuisten en vertelt in rap tempo wat hem dwars zit. Hij zat in de appgroep van zijn klas en nu hebben ze hem daar ineens uit verwijderd. Hij snapt het niet, zij deugen niet en dan moet hij eruit?! Ze hebben hem niet eens verteld dat hij eruit gehaald werd!
Ik bekijk met hem het appgesprek om uit te vogelen hoe dit zo gelopen is. Intussen pak ik pen en papier en teken de situatie voor hem uit: wie zei wat en wat is het gevolg daarvan? Het blijkt dat Harold zich onhandig heeft uitgedrukt in de app en dat dit verkeerd is gevallen bij zijn klasgenoten. Harold heeft dit niet doorgehad. Dankzij ons gesprek krijgt hij meer inzicht in de ongeschreven regels van een appgroep en hoe zijn gedrag overkomt op anderen. We maken een plan wat hij in het vervolg in dit soort situaties kan doen. We betrekken zijn leerkracht erbij, die een klassengesprek organiseert. Dankzij dit gesprek wordt Harold weer toegevoegd aan de appgroep!
Duidelijkheid en voorspelbaarheid aanbrengen (Anna, 7 jaar)
Bij de moeder van Anna staan de tranen in de ogen als ze vertelt hoe het er elke dag aan toe gaat tijdens het avondeten. Anna weigert iets te eten en gaat steeds van tafel om te spelen. Op de momenten dat ze wel aan tafel zit, schreeuwt ze de boel bij elkaar en schopt ze haar broertje onder de tafel. Ze vertelt hoe zij en haar man continu tussen beide moeten komen, Anna fysiek moeten tegenhouden om van tafel te gaan en hoe ze verwoede pogingen doen haar iets te laten eten. “Niets werkt!” zucht moeder.
Samen met ouders bekijk ik de eetsituatie. Ik ga op zoek naar de mogelijke oorzaken van het gedrag van Anna en vind er drie. Stap voor stap werk ik samen met ouders aan deze punten: Anna krijgt een nieuwe plek aan tafel, waardoor ze niet meer afgeleid wordt door haar druk gebarende broertje. Voorlopig maken we de structuur van het eten voorspelbaar: aardappels, groente en vlees apart op het bord. Tot slot maken we met picto’s tot in detail duidelijk hoe de maaltijd verloopt van tafel dekken tot afruimen en wat daarbij van Anna wordt verwacht. Voor Anna wordt hiermee het avondeten een duidelijk en voorspelbaar moment van de dag, waardoor ze weer eet, rustig aan tafel blijft zitten en haar broertje geen pijn meer doet. Het hele gezin kan weer ontspannen tijdens de maaltijd!
EHBO bij woede-uitbarstingen (Kay, 11 jaar)
Tijdens een tussentijdse evaluatie van het begeleidingstraject van Kay zit ik om tafel met zijn ouders, zijn leerkracht in groep 7 en de intern begeleider. Zijn woede-uitbarstingen zijn net ter sprake gekomen en de voorbeelden buitelen over elkaar heen. “Zo gaat het gewoon niet!” zucht zijn leerkracht “Dan wordt hij ineens boos… uit het niets… en niets helpt dan! Het is gewoon gevaarlijk… hij rent schreeuwend door de school… gooit met stoelen… de andere kinderen worden er gewoon bang van… en ik kan hen niet helpen, want ik ben alleen maar met hem bezig… ik weet gewoon niet wat ik ermee moet.”
We constateren dat dit geen werkbare situatie is, maar ook dat Kay hier zelf onder lijdt. We maken samen een plan voor de komende tijd: enerzijds zal ik de betrokken leerkrachten uitleg geven over hoe een woede-uitbarsting ontstaat en wat je dan kunt doen. Anderzijds zal ik met Kay werken aan manieren om beter grip krijgt op zijn emoties. De intern begeleider neemt het op zich om een rustige plek in de school te creëren, waar Kay even tot rust kan komen als dat nodig is.
Na een aantal weken zitten we weer bij elkaar om te evalueren. De leerkracht vertelt dat ze beter begrijpt hoe Kay in elkaar steekt en hierdoor beter kan inspelen op wat hij nodig heeft. Ze merkt ook dat Kay zelf veel beter kan aangeven hoe hij zich voelt en dat hij af en toe dankbaar gebruik maakt van het rustige plekje om zijn volle hoofd tot bedaren te brengen. Al met al kunnen we concluderen dat de woede-uitbarstingen zijn afgenomen, zowel in aantal als in heftigheid. We zijn er nog niet, maar er is een mooie basis gelegd om op voort te bouwen!
Structuur geeft rust (Isa, 4 jaar)
De juf klapt in haar handen en zegt op zingende toon “we gaan beginnen, ga allemaal maar in de kring zitten…” 25 kinderen lopen kriskras door elkaar heen op zoek naar een plekje in de kring. Er wordt gelachen en geduwd, maar binnen een paar minuten zitten alle kinderen in de kring. Alleen Isa niet. Zij staat bij de speelgoedkast en pakt er iets uit, speelt er kort mee, gooit het op de grond en pakt iets anders uit de kast. Dat gaat in rap tempo door, tot de juf haar helpt bij de andere kinderen in de kring te gaan zitten. De juf begint met haar les. Isa zegt alles wat de juf zegt hardop na. Het jongetje naast haar stoot haar aan een sist dat ze stil moet zijn. Isa staat op en geeft hem een duw. Het jongetje begint te huilen. Isa doet haar handen over haar oren en gaat heel hard gillen…
Ik zie dit en meer vanuit mijn plekje achterin de klas. De juf heeft me gevraagd met haar mee te kijken, want ze weet niet wat ze aan moet met het storende gedrag van Isa. Ze wil haar graag helpen, maar weet niet waar te beginnen. Door mee te kijken heb ik genoeg informatie verzameld om de juf hierin te begeleiden. De belangrijkste conclusie is dat Isa meer structuur nodig heeft dan de andere kinderen. Samen met de juf kijk ik hoe we die structuur op maat kunnen maken voor Isa. We komen o.a. uit op een vast plekje in de kring, een dagschema met foto’s van de activiteiten en een vast speelplekje in de klas. Na een paar weken vertelt de juf hoe Isa veel beter mee kan komen met de activiteiten van de klas en hoe het contact met de andere kinderen nu veel fijner is. Het aanbrengen van structuur heeft heel veel rust gegeven!